XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Johann jr. Strauss

betekenis & definitie

Johann jr. Strauss (Wenen 1825-1899) was een componist en dirigent, en bekendste telg van de Oostenrijkse Strauss-dynastie die verder bestond uit zijn broers Josef en Eduard en vader Johann sr., eveneens componisten van betekenis.

Zijn bijnaam 'walskoning'is terecht: hoewel Strauss sr. uit Stierrnarkense volksdansen als de Ländler en Dreher de definitieve walsgedaante smeedde (introductie, 'Kette' van 5 à 7 walsen en samenvattende coda), verfijnde de zoon deze tot een ware 'dans-symfonie' die het symbool werd van de zwierige hoofdstad van het Habsburgse rijk tussen ongeveer 1850 en 1900. Dat vader Strauss zijn oudste zoon met strenge hand naar de polytechnische school stuurde, voorkwam niet dat de jong en, financieel geholpen door zijn moeder, in het geheim muzieklessen nam. Al jong debuteerde hij met een eigen dansorkest als dirigent en componist, en bleek onmiddellijk zijn vaders grootste concurrent: zijn allereerste wals moest negentien keer worden gebisseerd, een Weense krant schreef: 'Guten Abend Strausz-Vater, guten Morgen, Strausz-Sohn!' Na de ·dood van Strauss sr. (1849) voegde Johann jr. de twee orkesten samen. Dirigerend en vioolspelend tegelijk, gekleed in rode livrei, zwaaide hij de scepter over het fameuze Straussorkest dat speelde bij de Weense hofbals en in de aristocratische huizen; het was ook in de rest van Europa populair. Na 1870 nam broer Eduard de leiding over.

Strauss was toen de belangrijkste componist van dansmuziek: de wals regeerde cultureel Europa. H. E. Jacob noemde zijn prachtige Strauss-biografie zelfs 'De geschiedenis van een muzikale wereldheerschappij'. Zo zag men Strauss bijvoorbeeld in Boston tijdens het Internationale vredescongres na het einde van de Frans-Duitse oorlog 20.000 zangers en 10.000 instrumentalisten, geassisteerd door honderd hulpdirigenten zijn An der schönen blauen Donau dirigeren (1872). Pas op hogere leeftijd componeerde Strauss operettes, overigens niet van harte want woorden belemmerden zijn muzikale fantasie. Het liefst componeerde hij zonder de tekst überhaupt te kennen; zonder het zakeninstinct van zijn echtgenote was hij er waarschijnlijk nooit aan begonnen en waren meesterwerken als Die Fledermaus (1874) en Der Zigeunerbaron (1885) nooit ontstaan.

Een cultuurhistoricus noemde Strauss' muziek 'een beeldend eerbetoon aan het Wenen van jonge huzaren en schone dames, van sentiment en charme, van een prachtig en sprookjesachtig Wenen'. Maar deze muziek roept ook een maatschappij op die hedonistisch was uit noodzaak: het wegrottende Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk liep op zijn eind. Deze dubbele wereld schemert vooral door in de Kaiserwalzer, geschreven voor de levensmoede Habsburgse keizer Franz Joseph.

Oeuvre
O.a. 16 operettes; ca. 168 walsen; 175 polka's; 70 quadrilles; 45 marsen, enz. [sw]

< >