Gepubliceerd op 12-05-2017

EG: Europese Gemeenschap

betekenis & definitie

In 1967 zijn de uitvoerende organen van de EGKS, EEG en Euratom samengevoegd. Ze hebben een gezamenlijk bestuur en een gemeenschappelijk ambtenarenapparaat. De EG bestaat momenteel uit de volgende twaalf landen: Duitsland, Frankrijk, Italië, België, Nederland, Luxemburg, Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken, Griekenland, Spanje en Portugal. De uitvoerende organen van de EG zijn:

- de Raad van Ministers

Dit is het hoogste orgaan, want besluiten worden door de twaalf ministers genomen. De Raad wisselt regelmatig van samenstelling. Moet er onderhandeld worden over het landbouwbeleid, dan komen de betrokken landbouwministers uit de twaalf landen bijeen. Wordt er over het sociaal beleid gesproken, dan vergaderen de ministers van sociale zaken.

- de Europese Commissie

Deze bestaat uit 16 leden, namelijk twee leden uit Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië en uit de overige lidstaten één vertegenwoordiger. De leden worden door de internationale regeringen benoemd voor een ambtsperiode van vier jaar. De Commissie doet voorstellen aan de Raad van Ministers en voert de beslissingen van deze Raad uit. Verder waakt de Commissie over de naleving van verdragen. Ze geeft richtlijnen voor allerlei zaken, bijvoorbeeld over het sociale verzekeringsstelsel.

Weigert een land zich aan het advies van de Commissie te houden, dan kan het Europese Hof van Justitie een voor beide partijen bindende uitspraak doen.

- het Europese Parlement

Dit orgaan oefent controle uit op de besluiten en voorstellen van de Commissie. Het Parlement kan geen directe invloed uitoefenen op de besluiten van de Raad van Ministers.

Het Europese Parlement heeft wel het budgetrecht over de niet-verplichte uitgaven van de EG. De verplichte uitgaven zijn het gevolg van allerlei EG-regelingen. De subsidies voor het landbouwbeleid zijn een bekend voorbeeld. Niet-verplichte uitgaven vloeien voort uit voor-stellen van de Raad van Ministers, bijvoorbeeld om zwakke regio’s extra te steunen. Om het budgetrecht goed te kunnen uitoefenen, is er een Europese Rekenkamer in het leven geroepen om de diverse begrotingen van de EG-instellingen te controleren.

De doelstellingen van de EG zijn:

- het welvaartspeil van de bevolking van de aangesloten landen geleidelijk te verhogen;
- het bevorderen van een stabiele economische groei. Deze doelstellingen tracht ze te bereiken door:
- de afschaffing van de onderlinge in- en uitvoerrechten; ook de kwalitatieve en kwantitatieve beperkingen voor het goederenverkeer dienen te worden opgeheven. Verder is een gemeenschappelijk buitentarief vereist voor niet aangesloten landen.
- afschaffing van alle belemmeringen voor het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal. Hiervoor is het noodzakelijk dat de BTW-tarieven in de verschillende landen gelijk getrokken worden. Dit zelfde geldt voor de accijnzen op produkten.
- standaardisering van allerlei produkten en een uniform beleid op het gebied van veiligheidseisen zal het goederenverkeer moeten vergemakkelijken.
- het vrachtverkeer zal bij het passeren van grenzen verlost moeten worden van de papieren rompslomp. Verder moet er gestreefd worden naar afschaffing van de nationale subsidies en het vergunningenstelsel.
- het vrije verkeer van personen zal gebaat zijn bij erkenning van eikaars diploma’s.
- het kapitaalverkeer zal in de toekomst niet meer bemoeilijkt worden door allerlei juridische bepalingen.
- de concurrentie binnen de interne markt mag niet worden vervalst. De Europese Mededingingswetgeving verbiedt onder andere het vormen van kartels. Ook steunmaatregelen aan bedrijfstakken in zwakke regio’s kunnen concurrentievervalsing in de hand werken. De lage gasprijs voor de Nederlandse tuinders heeft bijvoorbeeld tot heftige kritiek in het buitenland geleid.
- op het gebied van de landbouw heeft een gemeenschappelijk beleid nog geen oplossingen gebracht voor knellende problemen. De doelstellingen om de agrarische bevolking een redelijk inkomenspeil te garanderen hebben geleid tot allerlei prijsgaranties, zodat de landbouwprijzen in de EG hoger zijn dan op de wereldmarkt. Een uitvloeisel van dit systeem van garantieprijzen is het opkopen van de overschotten. Een ander gevolg is dat er exportsubsidies worden verstrekt om te kunnen concurreren. Dit heeft ertoe geleid dat de uitgaven voor de landbouw een onevenredig groot deel van de EG-begroting uitmaken. Terwijl slechts 8% van de Europese bevolking direct of indirect werkzaam is in de agrarische sector, is 70% van de EG-middelen voor deze groep gereserveerd.
- op het terrein van de sociale politiek wordt binnen de EG samengewerkt. Het Europees Sociaal Eonds is opgericht om in zwakke regio’s omscholingsmogelijkheden te bieden en nieuwe werkgelegenheid te creëren.

Verder wordt er geprobeerd de mobiliteit van de werknemers te bevorderen. Ook worden er gezamenlijk plannen ontvouwd om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Vooral de laatste tijd eist de positie van de vrouw en haar rechten op de arbeidsmarkt de aandacht.

- de energiepolitiek en het milieubeleid worden ook meer en meer gebundeld binnen het EG-verband. De bestrijding van de geluidshinder, de luchtvervuiling en de zure regen proberen de EG-landen gezamenlijk aan te pakken.