In de EG-landen (met uitzondering van Engeland en Griekenland) zijn afspraken gemaakt over de wisselkoers van de verschillende valuta.
Een ‘vaste wisselkoers’ wil zeggen dat de wisselkoers met een kleine marge mag schommelen om de afgesproken koers, de midden- of spilkoers. De kleine marge boven of onder de spilkoers heet de bandbreedte.
Als een bepaalde valuta onder- of overgewaardeerd wordt, ontstaat er op den duur een onevenwichtige situatie. Als de Nederlandse gulden bijvoorbeeld overgewaardeerd is ten opzichte van de Duitse mark, ontstaan er voortdurend tekorten op de Nederlandse betalingbalans met Duitsland. Een verlaging van de spilkoers, een devaluatie van de gulden, kan het evenwicht herstellen.
Het prijspeil in Nederland ten opzichte van het buitenland daalt, waardoor de export kan stijgen, terwijl ondertussen de invoer wordt afgeremd, omdat de produkten uit Duitsland duurder worden.
