Op de derde dinsdag van september wordt het parlementaire jaar door de koringin geopend met het voorlezen van de Troonrede.
In het kort worden hierin de beleidsplannen van het kabinet voor het komende jaar uiteengezet. De minister van Financiën biedt daarna aan de leden van de Eerste en Tweede kamer de Rijksbegroting aan. Elke minister heeft hierin voor zijn eigen departement zo nauwkeurig mogelijk de plannen en de financiering ervan aangegeven. Van de begroting van ieder departement wordt een wetsontwerp opgesteld dat de Kamer na behandeling en eventuele wijzigingsvoorstellen (amendementen) aanvaardt.
In de miljoenennota geeft de regering een globale schets van de financiële en economische situatie in ons land tezamen met het begrotingsbeleid dat de regering voor de komende tijd denkt te voeren. Een andere publikatie die ook op deze Prinsjesdag verschijnt, is de MEV (Macro Economische Verkenning), die wordt opgesteld door het Centraal Planbureau (CPB). Hierin staan economische prognoses over de omvang van de bestedingen, de werkgelegenheid, het prijspeil en dergelijke, in verband met de begrotingscijfers. Een paar maanden later verschijnt het CEP, het Centraal Economisch Plan, dat een uitwerking en eventuele bijstelling is van de MEV.
