Gepubliceerd op 12-05-2017

Bestedingen

betekenis & definitie

Alle aankopen door een gezinshuishouding heten consumptiebestedingen of kortweg consumptie. Hieronder valt zowel het kopen van een zak aardappelen als het aanschaffen van een stereotoren.

Als bedrijven kapitaalgoederen aanschaffen, bijvoorbeeld nieuwe machines, spreken we van investeringen. De overheid lijkt aan de ene kant op een gezinshuishouding, want ze consumeert ook, bijvoorbeeld gas voor de verwarming van gebouwen. Aan de andere kant investeert de overheid in bijvoorbeeld de aanleg van een nieuwe haven. Dit zijn overheidsinvesteringen. Overheidsconsumpties en -investeringen vormen samen de overheidsbestedingen.

Een ondernemer die zijn machines vervangt wegens slijtage of modernisering, doet vervangingsinvesteringen. Breidt hij het machinepark uit omdat de afzetmogelijkheden toenemen, dan is hij bezig met uitbreidingsinvesteringen. Door gebruik te maken van moderne machines kan er een grotere voorraad eindprodukten ontstaan of er kan meer werk aangenomen worden. In dat geval bezit de onderneming meer vlottend kapitaal. De uitbreidingsinvesteringen samen met de toename van het vlottend kapitaal heten de netto investeringen.

De feitelijke bestedingen worden wel aangeduid als de ex-post bestedingen. De ex-ante bestedingen zijn nog niet verwezenlijkt. Dat zijn bestedingen waar de ondernemer plannen voor heeft gemaakt, maar die bij een tegenvallend bedrijfsresultaat misschien nooit gerealiseerd zullen worden. Er is sprake van onderbesteding als de produktiecapaciteit van het bedrijf niet volledig benut wordt. De vraag van de consumenten blijft achter bij de produktiecapaciteit. Het gevolg is dat er conjuncturele werkloosheid ontstaat.

Een bestedingsevenwicht is ontstaan als de besteders gebruik maken van de volledige produktiecapaciteit. Alle werknemers nemen dan deel aan het produktieproces en de capaciteit van de machines wordt optimaal benut. Wanneer de besteders meer willen besteden dan de pro-duktiecapaciteit toelaat, is er sprake van overbesteding. Het gevolg is dat er te weinig werknemers zijn om aan de vraag te voldoen. Bedrijven zijn dan bereid om de werknemers een extraatje te betalen, waardoor de prijzen stijgen en er sprake is van bestedingsinflatie.

De overheid kan proberen de bestedingen te beperken door bijvoorbeeld de belastingen te verhogen of op haar uitgaven te bezuinigen, waardoor er sprake is van bestedingsbeperking.