Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Rotary

betekenis & definitie

organisatie van zakenlieden en vertegenwoordigers der vrije beroepen, die ten doel heeft: individueele hulpverleening, de bevordering van handel en welvaart en de dienstbaarheid aan de menschelijke maatschappij, zonder te letten op godsdienstige en politieke overtuiging. Georganiseerd in plaatselijke clubs, waarvan de eerste opgericht werd te Chicago door P. Harris (1905). In 1912 uitgegroeid tot een internationale liga. In 1937 telde de R. ca. 3692 clubs met 152.000 leden in 75 landen, voornamelijk Engelsche.

Vanwege het feit, dat de R. uit vrijmetselaarskringen voortkomt en een levensbeschouwing voorstaat, die gebaseerd is op → indifferentisme en godsdienstlooze moraal staat de katholieke Kerk zeer gereserveerd te haren opzichte. Hoewel een algemeene veroordeeling tot heden nog niet uitgesproken is, hebben de bisschoppen van o.a. Frankrijk, Spanje (1929) en Nederland (1930) den katholieken het lidmaatschap verboden, en bepaalde de → Romeinsche Congregatie van het Consistorie in 1929, dat bisschoppen hun geestelijken niet mogen toestaan lid van een R.-club te worden.

De vrouwelijke Rotary-beweging, het Soroptimisme, evenals de Rotary van Amerikaanschen oorsprong, heeft het programma en de inrichting van de R. grootendeels overgenomen en staat ook onder invloed der → Vrijmetselarij.

< >