Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Kloosterling

betekenis & definitie

1. Degene die de drie kloostergeloften (zie Gelofte) heeft afgelegd in een door de Kerk erkend → kloostergenootschap.

2. Degenen die zich op dat kloosterleven voorbereiden.
3. Degenen die in een klooster gemeenschappelijk leven, maar geen of niet alle geloften afleggen. Kluizenaars, → eremieten en → anachoreten zijn dus, bij gebrek aan gemeenschappelijk leven, geen kloosterlingen.

< >