(Jubeljaar), een jaar, waarin de katholieken door een → bedevaart naar Rome en het bezoek van de aldaar aangewezen kerken krachtens een bijzonder pauselijk rondschrijven een vollen aflaat, jubilé-aflaat, kunnen verdienen. Sinds Paus Paulus III (1475) om de 25 jaar en bij zeer bijzondere andere gelegenheden gevierd. De paus zelf opent het H. J. op den 24en December van het daaraan voorafgaande jaar door met een gouden hamer op de → Heilige Deur te kloppen en door deze het eerst binnen te gaan; den 24en December van het jubeljaar sluit de paus zelf de deur weer.
Dezelfde geestelijke gunsten, die door de bedevaart naar Rome verdiend kunnen worden, zijn gewoonlijk ook buiten Rome te verdienen, na afloop van het eigenlijke Heilige Jaar. Bij bijzondere gelegenheden wordt soms een buitengewoon Jubeljaar afgekondigd, dat meestal van korteren duur is en zwaardere voorwaarden stelt. Het laatste (buitengewone) Jubeljaar is in 1933 gevierd, ter viering van den 1900-jarigen herdenkingsdag van den kruisdood van den Zaligmaker.