hoofdbedekking der geestelijken tijdens bepaalde gedeelten van de liturgische plechtigheden; een vierkante en lage baret, met drie aanvatsels, met of zonder pluim. Door priesters in zwart, door bisschoppen en enkele andere prelaten in paars, door kardinalen in rood en door den Paus in wit gedragen. Ook de → Norbertijnen (Witheeren, Praemonstratensers) dragen een witte bonnet.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk