(ook wel Abt-Prae’ses), de → abt, die overste is van een → monastieke congregatie. Hij heeft een beperkte rechtsmacht, gewoonlijk alleen van → visitatie en beroep. Bij de Benedictijnen heet het hoofd der geheele orde de Abt-Pri’mas. Het hoofd van een der congregaties, waaruit de Orde bestaat, heet Aartsabt, in België Generaal-abt of Abt-Praeses.
Soms is de titel louter titulair.