of dwarsstabiliteit (techn.). Hieronder verstaat men het automatisch terugkeeren tot den evenwichtstoestand, wanneer het evenwicht in dwarsrichting wordt verstoord.
In de lucht wordt dit bij vliegtuigen met hoogliggenden vleugel (hoogdekkers) verkregen, doordat het drukpunt van den vleugel boven het vliegtuigszwaartepunt ligt; bij laagdekkers is dit niet het geval en wordt aan den vleugel een V-vorm gegeven. Op het water wordt bij vliegtuigen en schepen z. verkregen door te zorgen dat het metacenter, d.i. het kromtemiddelpunt van de baan van het zwaartepunt bij slingeringen om den evenwichtsstand, boven het zwaartepunt ligt.
De afstand van metacenter tot zwaartepunt wordt metacenterhoogte genoemd. Bij drijvervliegtuigen met 2 drijvers geeft de stabiliteitskwestie geen moeilijkheden; bij vliegbooten met hoogliggenden vleugel en motoren moeten echter hulpdrijvers aan weerskanten der boot of aan de vleugeltippen worden aangebracht.v. Lammeren.