Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zaadkevers

betekenis & definitie

(Bruchidae), ca. 5 mm lange kevertjes met kort, gedrongen lichaam en zwak verlengden snuit. In de vruchtbeginsels van erwten, veld- en tuinboonen en wikken legt het wijfje één of meerdere eitjes.

De larf, die hieruit te voorschijn komt, voedt zich met het jonge zaad. Verpopping vindt ook in de vrucht plaats en de kever blijft hierin tot het volgende voorjaar.

Aangetaste zaden zijn én voor de consumptie én als zaaizaad vrijwel waardeloos. Bestrijding: aangetaste zaden tot zekeren warmtegraad verhitten of blootstellen aan zwavelkoolstof damp. v.

Schendel.