Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vagevuur

betekenis & definitie

of purgatorium. De zielen van hen, die na den dood nog tijdelijke straffen hebben uit te boeten of schuldig zijn aan dagelijksche zonden, komen niet terstond in den Hemel, maar moeten eerst hun schuld uitboeten en gelouterd worden. Zij missen de zalige → aanschouwing Gods en moeten uiterlijke en innerlijke straffen ondergaan.

De leer over het v. is kerkelijke leer. Zij steunt op de traditie der Kerk en vindt steun in 2 Mac. 12.40 en 1 Cor.3.10-15. Zij is als geloofsleer vastgesteld in het concilie van Florence (1439) en van Trente (zie Denzinger, nrs. 693 en 840, 983). Niet vastgesteld is, dat de straf een zuivering door → vuur insluit. Ook mag men dit geen algemeene theologische meening noemen.

Door H. Missen, aflaten, goede werken en gebeden kunnen de levenden deze → geloovige zielen te hulp komen.

v.d. Putte.

Lit.: Jos. de Brandt, Christelijke Eschatologie (1935). Een officieele gedachtenis aller zielen in het vagevuur is de Oude Kerk onbekend. Langzamerhand ontstond zij in het Oosten: eerst op Zondag Apocreo (= Sexagesima), later nog een andere op Zaterdag vóór Pinksteren. Misschien werkt deze datum na in vele Spaansche kloosters, alwaar deze gedachtenis oudtijds gevierd werd op Pinkster-Maandag (ca. 600 ; vgl. St. Isidorus in: Migne, Patr. Lat.

LXXXIII, 894). In het Westen stelde abt Odilo van Cluny deze in voor zijn onderhoorige kloosters op 2 Nov. 998 (Statutum S. Odilonis pro defunctis: Migne, Patr. Lat. CXLII, 1038).

De instelling verbreidde zich snel, komt echter in de Kerk van Rome eerst voor in de 15e eeuw (vgl. Ordo Romanus XIV, 101). Paus Benedictus XV breidde op 10 Aug. 1915 het vroeger door Benedictus XIV in 1748 aan Spanje en andere landen geschonken privilegie, om op Allerzielen drie Missen te mogen lezen, voor alle priesters der wereld uit. Officieel heet deze dag „Commemoratio omnium fidelium defunctorum” en hij is als duplex feest te vieren. Verwilst.

Voorstelling in de kunst. Onder invloed van de mystieke schrijvers in de late M.E. veelvuldig voorgesteld in de volkskunst en op houtsneden (→ ars moriendi) der 15e eeuw. In de beeldhouwkunst dient vermeld het altaarstuk te Regensburg en in de schilderkunst een werk uit de Regensburger School te München: engelen louteren de geloovige zielen van het v. Vooral veel vagevuur-voorstellingen op afbeeldingen van O. L. Vrouw van het H.

Scapulier (o.a. van Rubens). De salamander is het symbool van de geloovige ziel in het vagevuur.

Lit.: K. Künstle, Ikonographie der christl. Kunst (1928,521-523). p. Gerlachus.