Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Komen

betekenis & definitie

(Fr. Comines),

1° Een stad in de prov. West-Vlaanderen, aan de Leie en het kanaal van leper naar de Leie. Opp. 1 404 ha; ca. 7 700 inw. (Kath.). Kleistreek; tabaksteelt; weefnijverheid, vooral getwijnd garen. K. werd gansch vernield door den Wereldoorlog.
2° Een gem. in Fransch Vlaanderen (XI 143 E2), kanton Kiesenet a. d. Eule. Ca. 6 400 inw., meest Fransch sprekend en Kath. Twee kerspelen: stad: H. Chrysolus, buiten: H. Margaretha. Industrie, touwslagerijen, electrische centrale voor geheel het Noorden. De stad werd vernield in den Wereldoorlog; het stadhuis herbouwd in Vlaamschen trant (16e eeuw), de kerk in modernen stijl (arch. dom Bellot O.S.B.). Klooster der Dochters van het Kindeke Jezus.
v. Es.