Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Tobias

betekenis & definitie

Naam van twee personen, vader en zoon, van wie de geschiedenis in het bijbelsche boek van denzelfden naam verhaald wordt. De oudere Tobias uit den stam Nephtali leefde met vrouw en zoon tijdens de Babylonische gevangenschap in Ninive. Hij leefde daar als een vroom Israëliet in de onderhouding van de Wet en maakte zich verdienstelijk door liefdediensten te bewijzen aan zijn geloofsgenooten. Door een ongeluk werd hij blind.

Zijn zoon wordt op reis gestuurd en geholpen door den aartsengel Raphaël vindt hij een geneesmiddel in den bek van een visch. Op deze reis komt de jonge Tobias in een stad der Meden, waar hij Sara, de dochter van Rachel, tot vrouw neemt en haar bevrijdt van den duivel Hasmodeus. Met zijn vrouw keert hij tot zijn vader terug, die wordt genezen. O. Smits.

Iconographie In de Christelijke kunst speelt de oude Tobias, maar meer nog de jonge T. een niet geringe rol. Men vond den ouden T. in de voorhal van de basiliek van St. Felix te Nola, als voorbeeld van geduld. In Nederland zijn werken van J. v. Scorel en vooral Rembrandt (T. en zijn vrouw) bekend, die ons den ouden Tobias uitbeelden. Veelvuldiger komt de geschiedenis van den jongen T. voor, omdat de visch van T. een symbool is van Christus als Verlosser van ’s menschen blindheid: in de catacomben aanvankelijk, later als bijbelillustratie; in de M.E.: aan het Noordportaal van Chartres; vooral sedert de 15e eeuw: de aartsengelen, vooral Raphaël, begeleiden T. (F.

Botticini, Pinturicchio, S. Botticelli); in de Ned.: Meester van den verloren zoon (Tobias’ terugkeer) en Patinier (?) geeft meerdere scènes (Haarlem); de eerste huwelijksnacht (Jan Steen); sedert de 17e e. vooral bij Rembrandt (Tobias geneest zijn vader; de engel verlaat Tobias).

Lit.: F. X. Kraus, Real-Enzyklopädie; K. Künstle, Ikonogr. der christl. Kunst; v. Hall, Repertorium (passim).

p. Gerlachus.