is het aanbrengen van blijvende versieringen in de huid. Dit kan gebeuren op velerlei manieren, maar in hoofdzaak onderscheidt men prik- en snijtatouage. De priktatouage bestaat in het prikken van wondjes, die met een of andere kleurstof worden ingewreven; de snijtatouage bestaat in het losmaken van stukjes huid, die tot meer of minder dikke lidteekens vergroeien. Beide manieren van t. zijn zeer oud en zeer verbreid, maar de snijtatouage is meer in zwang bij volken met een donkere huid (vooral in Afrika), waarsch. doordat bij die menschen kleurstoffen niet voldoende uitkomen.
Voor het t. zijn vele motieven aan te geven, maar hoofdmotief is wel de zucht om zich mooi te maken. In vele gevallen is de aangebrachte figuur een familie- of stamteeken; soms is het t. ook te beschouwen als een proeve van moed en standvastigheid in het verdragen van pijn bij den overgang naar den huwbaren leeftijd. Lit.: Schurtz, Urgeschichte der Kultur (1900).Bouwman.