Indonesisch volk, 8 à 9 millioen zielen sterk, bewoners van de Priangan (Preanger, Z.W. Java), als berglanders in beschaving achtergebleven bij de Javanen der lager gelegen gebieden en der kustlanden, door wie zij politiek en cultureel overheerscht plachten te worden.
Eigen staatkundige organisaties hebben de Soendaneezen wel gekend (rijk van Padjadjaran, 1325-1525), maar na → ModjoPahit oefende → Mataram er zijn invloed uit en van Mataram kwamen de Nederlanders. Maatschappelijke organisatie, midddelen van bestaan, volkskarakter, kleeding, gebruiken, kunsten en wetenschappen vrijwel als bij de Javanen.
De S. zijn iets feller Mohammedaan, met uitzondering van de → Badoej’s, die hun vóór-Mohammedaanschen cultus bewaard hebben. Vgl.
Soendaneesch; Soendasche letterkunde. Berg.