(natuurk.). Het metaal ➝ seleen heeft een ohmschen weerstand, waarvan de grootte afhangt van het feit, of er al dan niet straling op de stof valt (Hittorf, 1852).
Op grond van experimenten neemt de theorie aan, dat door de stralingsenergie electronen worden vrijgemaakt, waardoor het geleidingsvermogen toe-, de weerstand afneemt (inwendig photo-electrisch effect).Deze weerstandsverandering wordt o.a. toegepast bij de s., in principe bestaande uit twee electroden, waartusschen een dunne laag seleen. Zoo’n cel kan voor dezelfde doeleinden gebruikt worden als een ➝ photocel, echter vertoont ze eenige nadeelen als een zekere traagheid, nawerkingsverschijnselen en het ontbreken van een strenge evenredigheid tusschen lichtsterkte en weerstandsverandering. Deze kunnen echter grootendeels opgeheven worden, terwijl de s. dan een hooge gevoeligheid kan bereiken (circa 0,05 ampère/lumen). Rekveld.