Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Sébastien Leprestre Vauban

betekenis & definitie

Seigneur de, beroemd Fransch vestingbouwkundige, veelzijdig genie; niet slechts militair ingenieur in den breedsten zin, maar ook een figuur als economist, als civiel-ingenieur, enz. * 15 Mei 1633 te St. Leger-de-Fougeret (Yonne), † 30 Maart 1707 te Parijs. Als vestingbouwkundige is hij de grondlegger van het Fr. vestingstelsel. Op 35-jarigen leeftijd regelt hij practisch de fortificaties in Frankrijk.

In de uitwerking daarvan verwezenlijkt hij in zijn zgn. Eerste Manier de ideeën van Pagan. De constructiewijze der ➝ escarpmuren is van Y., evenzeer de geniale aanpassing aan het terrein. In zijn Tweede en Derde Manier vergroot hij de diepte in de verdediging, door invoering van ➝ gedetacheerde bastions, welke „gebastionneerde” torens dekken; groote ➝ tenailles vullen de openingen tusschen de gedetacheerde bastions, en groeien daarmede tot een ➝ „enveloppe” uit.

Later voert hij in: een ➝ reduit op elk ➝ ravelijn en een gebroken ➝ courtine. Niet minder belangrijk is zijn „Aanvalswijze voet-voor-voet”, een meesterlijk georganiseerde sappenaanval, waarvan sommige elementen nog toepassing vonden in 1914 (Maubeuge).Als economist handhaafde V. het mercantilistisch staatsabsolutisme, maar hij kwam in verzet tegen sommige mercantilistische beschouwingen. Hij schreef de ellende van het volk toe aan de financiers, de belastingambtenaren en de privilegies. Als een der eersten, die gelijkheid van belastingen eischte, hekelde hij de Fr. misstanden en stond een inkomstenbelasting op evenredigen grondslag voor. Door zijn boek La Dime royale (1707) verloor hij de gunst van Lodewijk XIV. Saint-Simon noemde hem den eerlijksten man zijner eeuw. Hij was de grondlegger van de statistiek en stond eenheid in maten en gewichten voor, een eeuw voor Napoleon deze invoerde.

Op 70-jarigen leeftijd werd hij maarschalk van Frankrijk. Zijn geschriften zijn verzameld in zijn 12-deelige „Oisivetés”.

Lit.: P. Lazard, V. (1934); Mann, Der Marschall V. u. die Volks wirtschaftslehre des Absolutismus (1914); Coornaert, V., projet d’une dime royale suivi de deux écrits financiers (1933). H. Lohmeijer/Borret.

< >