Eenvoudig wateropvoertuig, waarbij een aantal, straalsgewijs op een horizontale as geplaatste, schoepen worden rondgedraaid tusschen twee verticale wanden en een cylindervormigen bodem (den opleider), waardoor het tusschen de schoepen aanwezige polderwater naar een hooger peil wordt meegevoerd. De diepte der schoepen in het polderwater noemt men de „tasting”; bij een groote tasting veel waterverzet, doch ook veel krachtverbruik.
Groote s. maakt men van ijzer. De meeste oude stoomgemalen hebben s., bijv. het Rijnlandgemaal te Katwijk a.
Zee, het Lingegemaal te Steenenhoek e.a.; ze zijn als verouderd te beschouwen.Zijn de schoepen niet op een as, doch op een cylindrischen trommel geplaatst, dan spreekt men van „schepradpomp”; door den onderkant van den cylinder te laten samenvallen met den laagsten polderwaterstand, verkrijgt men dat de snelheid van het water tusschen de schoepen onafhankelijk van de tasting is, waardoor een constant waterverzet en krachtgebruik optreden. Metz.