Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Rijsel

betekenis & definitie

(Fr.: Lille), oude hoofdstad van Fransch-Vlaanderen, thans van het Noorder dept., zetel van een bisdom (sedert 1913) en van een gerechtshof. Ned. consulaat.

Ruim 200 000 inw. (25 % Vlaamschsprekend), verdeeld in 25 parochies. De stad vormt het middelpunt van een stadsbebouwing van ca. 1 000 000 zielen en van een der voornaamste industriegebieden van Frankrijk (bijz. textielnijverheid).

Voorname handelsstad ook voor landbouwproducten. Jaarbeurs in April.Oorspr. gelegen op Vlaamsch gebied op de grens van Vlaamsch- en Waalsch-Vlaanderen, raakte R. verfranscht, hoewel nog tal van plaats- en familienamen Vlaamsch zijn. Ook thans vormt R. een middelpunt van Vlaamsch geestelijk leven, schilderkunst en folklore.

Bezienswaardigheden: St. Mauritiuskerk (laat-Gotisch, 14e en 15e e.); St. Catharina-kerk (Gotisch, 1538); Basiliek O. L. V. der Traliën (neo-Gotisch); Oude beurs (1652); Paleis voor Schoone Kunsten (archaeologie, schilderkunst, beeldhouwkunst); Nieuwe Beurs (arch. L.

Cordonnier); Stadhuis (modern. arch. Dubuisson).

Onderwijs: a) Staatsuniversiteit; b) Vrije (Kath.) univ., de eenige in Frankrijk met 5 faculteiten. De faculteit van letteren en wijsbegeerte omvat een leerstoel in de Ned. taal en letterkunde en een school voor journalistiek. Onder de talrijke onderwijsinrichtingen nog de volgende Kath.: techn. hoogeschool (I.C.A.M.);

gestichten voor M.O. voor jongens; 16 meisjeskostscholen. Voorts 48 kloosters. v. Es.