Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Quarantaine

betekenis & definitie

Afzondering van personen, dieren of zaken, die over land of zee uit streken komen, waar besmettelijke ziekte heerscht, en waarvan men dus vreest, dat zij de ziekte kunnen overbrengen. De naam q. (Ital. quaranta = 40) is ontstaan naar het door de Venet.

Republiek in de 17e e. voorgeschreven aantal afzonderingsdagen.Het laatst zijn de wettelijke maatregelen vastgelegd in de Internationale Sanitaire Conventie van Parijs in 1912. Deze maatregelen beoogen het voorkomen van import der zgn. „groote besmettelijke ziekten” (o.a. pest, cholera, pokken, gele koorts, vlektyphus) in de aangesloten landen en bestaan in toezicht op en afzondering van personen (landverhuizers, vluchtelingen) en voorwerpen (schepen), die uit besmet verklaarde gebieden of besmet verklaarde havens komen. Indien reizigers of schepelingen aan een der bovengenoemde ziekten lijden of daarvan verdacht worden, blijven zij afgezonderd, totdat algeheele genezing is ingetreden of een tijdsduur gelijk aan het incubatiestadium is verloopen, zonder dat de ziekte zich vertoond heeft. België heeft evenals Nederland de Parijzer Internationale Sanitaire Conventie van 1912 onderteekend. De quarantaine-maatregelen zijn dus dezelfde voor beide landen.

Lit. (Ned.): Zeequarantainewet van 28 Maart 1877 (Stbl. 35) en 31 Juli 1915 (Stbl. 346); Besmettelijke Ziektenwet v. 21 Juli 1928 art. 17 vlg. (Stbl. 265); Conventie van Parijs, Wet v. 26 Febr. 1915 (Stbl. 57); K. B. 5 Febr. 1921. Droog.