Aanhanger der physiocratische leer van Quesnay; * 14 Dec. 1739 te Parijs, ✝ 6 Juni 1817 in den staat Delaware (Amer.). Hij speelde tijdens de revolutie een belangrijke politieke rol, was gedeputeerde voor den Derden Stand, voorzitter van de Constituante en van den Conseil des Anciens onder het Directoire.
Onder den titel Physiocratie gaf hij een verzameling uit van de geschriften van Quesnay; deze titel maakte den naam Physiocratie algemeen bekend; toch is de naam Physiocratie reeds te vinden bij Quesnay zelf. D. de Nemours stelt zich in zijn werk: De l’origine et des progrès d’une Science nouvelle (1767) ten doel in het kort de wording en den groei der physiocratische leer uiteen te zetten en het werk van Le Mercier duidelijk te resumeeren.
Hij overleefde alle physiocraten; voor Napoleon week hij uit naar Amerika.Werken: De l'exportation et l'importation des grains (Soissons 1764); Du commerce de la Compagnie des Indes (Parijs 1769); Observations sur les effets de la liberté du commerce des grains et sur ceux des prohibitions (Parijs 1770) ; Mémoires sur la vie et les ouvrages de Turgot (2 dln. Philadelphia en Parijs 1782); Effets des assignats sur le prix du pain (Parijs 1790); La physiocratie, ou constitution naturelle du gouvernement le plus avantageux au genre humain (2 dln. Parijs 1768; 6 dln. Yverdon 1768—’69); Oeuvres de Turgot (9 dln. Parijs 1808—’ll). M. Verhoeven Duport
1° Jean Pierre, Fr. cellist, broer van 2°. * 1741 te Parijs, ✝ 1818 te Berlijn. In 1773 cellist aan de hofkapel. Vermoede lijk schreef Beethoven voor hem in 1797 de beide celloconcerten op. 6 (de eerste concerten met obligaatklavier).
2° Jean Louis, Fr. cellist, grondlegger van de moderne cello-vingerzetting; * 1749 te Parijs, ✝ 1819 aldaar; debuteerde als solist in het Concert spirituel 1768, ging bij het uitbreken der Fr. Revolutie naar zijn broer Jean Pierre en na 1806 weer naar Parijs; later solo-cellist aan de keizerlijke kapel en leeraar aan het conservatorium aldaar.
Werken : sonates, variaties, duo’s, phantasieën voor cello. Cello-school: Essai sur le doigter du violoncelle et la conduite de l'archet, (1770).
Lit.: Kohlmorgen, Die Brüder D. und die Entwicklung der Violoncelltechnik ... (1922). Piscaer