1° Jan Willem, schilder en etser; vader van 2°. Gedoopt 7 Nov. 1779 te Abcoude, ♱ 8 April 1853 te Amsterdam. Leerling van de Amsterdamsche Academie, waarvan hij later leeraar en directeur werd (1820). P. was de voornaamste schilder van het in die dagen in hoog aanzien staande historiestuk (Slag bij Waterloo, Rijksmus. 1824).
Aesthetisch gesproken zijn P.’s eenvoudige maar goed geobserveerde portretten en schetsen (voorbeelden o.a. in het Gem. Mus. Den Haag) te verkiezen boven de groote historiestukken, die vaak theatraal van stemming, klassicistisch van vorm en grover van schildering zijn. P. is vooral belangrijk als leermeester van de volgende generatie, op wie hij als goed teekenaar invloed had; Jozef Israels is P.’s beroemdste leerling.
Voornaamste stalen van P. ’s kunst bezit het Rijks Museum te Amsterdam.Korevaar-Hesseling.
2° Nicolaas, schilder; zoon van 1°. * 1 Jan. 1810 te Amersfoort, ♱ 30 Dec. 1860 te Amsterdam. Leerling van zijn vader en van de academie te Amsterdam. Schilderde vnl. portretten en historiestukken in een minder pittigen stijl dan zijn vader; was portretschilder van de kon. familie. Het Rijks Museum te Amsterdam en andere Ned. musea bezitten voorbeelden zijner kunst (o.a. De plechtige Inhuldiging van Willem II te Amsterdam).
Korevaar-Hesseling.