(Anthus), vogels, met de kwikstaarten de fam. der Motacillidae van de zangvogels vormend. In onze streken telt men vier soorten: → groote p., → duinpieper, → boompieper en → graspieper. Zij hebben de grootte van een flinke musch, een bruinachtige grondkleur met vlekken en strepen geteekend. Bijz. lange achterteen, waardoor zij tusschen heide en gras gemakkelijker loopen. Bernink.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk