Russisch philosoof met groote neiging tot het Katholicisme, vriend van Poesjkin. * 7 Juni 1793 te Moskou, † 14 April 1856 aldaar. Hij erkende de opbouwende waarde van het Katholicisme in West-Europa. Wegens die opvattingen werd hij voor krankzinnig verklaard en onder strenge controle geplaatst. T. was de eerste der zgn.
Westerlingen (Zapadniki).Werken: Philosophische Brieven (1836); Apologie van een Krankzinnige.
Uitg.: Ges. werken (Duitsche uitg. 1931).
Lit.: Herzen, Erinnerungen (1907); Quesnet, T. et les Lettres philos. (1931); Kobelinski-Ellis, Sur T. (in: Irenikon, 1929); Oswald, P. Tschaadajew (1922).
v. Son.