(meetkunde). De orthogonale (parallel)projectie van een punt P op een vlak V is het voetpunt van de loodlijn uit P op V neergelaten. Bij de methode der orth. p. gebruikt men twee projectie vlakken,' een horizontaal r1 en een verticaal r2. Om in één plat vlak te kunnen werken, draait men 90° om de snijlijn -van r1 en r2.
Een punt is bepaald door zijn beide projecties, een rechte lijn eveneens en een plat vlak door zijn beide doorgangen. Lit.: → Beschrijvende meetkunde. v. Kol.