Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Projectie

betekenis & definitie

1° (Meetk.) In de planimetrie en de stereometrie wordt de orthogonale (parallel) projectie meestal kortweg p. genoemd. In een plat vlak is de projectie van een punt P op een lijn l het voetpunt P' van de loodlijn uit P op 1 neergelaten; de projectie van het lijnstuk PQ is het lijnstuk F'Q' (fig. 1).

Zie verder → Parallelprojectie.In de beschrijvende meetkunde worden methoden ontwikkeld om figuren in de ruimte af te beelden op een plat vlak, de zgn. projectiemethoden. De meest algemeene is de centrale projectie. Men gebruikt hierbij (fig. 2) een vast vlak r, projectievlak of tafereel, en een vast punt C, centrum van projectie. De plaats van C wordt bepaald door den distantiecirkel (fig. 3), die de orthogonale projectie Cj van C op r tot middelpunt en de distantie, den afstand a van C tot r,tot straal heeft.

De projectie van een punt P is het snijpunt P' van den projecteerenden straal CP met r. Een figuur projecteert men door haar punten te projecteeren. De projectie van een rechte l, die niet door C gaat, is een rechte l'. Daar l door l' nog niet bepaald is, geeft men als 1 niet evenwijdig met t loopt, op l' twee punten aan, nl. het doorgangspunt D (snijpunt van l met r) en het vluchtpunt V' (snijpunt van een rechte door C, evenwijdig aan 1, met t). Een plat vlak a wordt bepaald door zijn doorgang d (snijlijn met t) en zijn vluchtlijn V' (snijlijn van een vlak door C, evenwijdig aan a, met r).

Andere in gebruik zijnde projectiemethoden zijn de → perspectief, de orthogonale en scheeve → parallel projectie en de orthogonale en scheeve → axonometrie.

Lit.: Beschrijvende meetkunde. v. Kol

2° In de cartographie onderscheidt men conventioneele projecties, namelijk die langs graphischen of arithmetischen weg zijn afgeleid, tegenover andere p., die althans ten deele langs projectieven weg uit den bol zijn ontstaan.

Eenerzijds moet men tot de conv. p. rekenen een aantal gewijzigde → cylinder- of → kegelprojecties, ontstaan voordat de theorie der bij de afbeelding optredende vervormingen geheel ontwikkeld was, en die slechts schijnbaar een betere afbeelding geven dan de eenvoudige cylinderen kegelprojecties. Hiertoe behooren de onechte kegelprojectie van → Bonne en de onechte cylinderprojectie van → Mercator en Sanson (zie sub → Flamsteed).

Verder moet tot de conv.p. worden gerekend een aantal ontwerpen, die zich ten doel stellen de geheele aarde in een plat vlak af te beelden (planispheer) en hetzij graphisch hetzij langs arithmetischen weg zijn afgeleid: bijv. de cirkelnetkaarten van Lambert en van v. d. → Grinten, de hartvormige p. van Stab en Wemer (grensgeval van p. van Bonne), de p. van → Babinet (Mollweide). Hetzelfde kan ook bereikt worden door afleiding van de azimuthale projecties: de planispheer van Hammer. Ten slotte zijn als bijz. kaarten nog te noemen de Amer. polyconische p., de → globulairprojectie en de Pruisische polyederprojectie.

Lit.: Groll, Kartenkunde (I z1922, 72 vlg.). Jong

3° In de natuurk. is p. het op een scherm ontwerpen van een reëel, vergroot beeld van een daartoe geschikt, doorzichtig (diascoop) of ondoorzichtig (episcoop) voorwerp, dat met een sterke lichtbron verlicht wordt. Voor het projecteeren van zeer kleine voorwerpen dient de methode der → microprojectie. Het gebruikte instrument, het projectietoestel, bestaat in hoofdzaak uit lichtbron, → condensorlens en projectielens. Ook het toestel, waarmee een film gereproduceerd wordt, realiseert in principe een projectie van de kleine filmbeelden. Rekveld
4° In de psychiatrie verstaat men onder projectie een geestelijk verschijnsel, waarbij neigingen of gevoelens, die in den persoon zelf bestaan, onbewust verschoven worden in andere personen of zaken. Als bijv. iemand een ander haat, kan bij hem het gevoel ontstaan, dat de ander hem haat. Zoowel in het normale als in het neurotische en psychotische geestesleven speelt de p. een groote rol; bij sommige gevallen van → paranoia en → hallucinaties is de p. een fundamenteel verschijnsel. v. d. Sterren