1° Anton Willem, Ned. ontdekker en ethnoloog. * 22 Mei 1864 te Papendrecht. N. werd officier van gezondheid bij het Ned.-Ind. leger; nam als arts deel aan de Borneo-expeditie en trok 1896-’97 als eerste door Borneo van W. naar O.
Een tweede expeditie onder zijn leiding had plaats 1898-1900. N. werd in 1904 prof. in de land- en volkenkunde van Ned.-Indië en directeur van het Volkenk.
Museum te Leiden. Hij geeft sedert 1909 het Internat.
Archiv für Ethnographie uit.Werken: In Centraal Borneo (2 dln. 1900); Quer durch Borneo (2 dln. 1904-’07); Die Wurzeln des Animismus (1917).
v. Velthoven.
2° Willem, journalist en letterkundige. * 17 Juni 1886 te Amsterdam, † 8 Jan. 1935 aldaar. N. was sinds 1907 verbonden aan de redactie van De Maasbode en was als redacteur daarvan werkzaam te Rotterdam, Parijs en Amsterdam; sinds 1923 Amsterdamsch redacteur. In gen. dagblad schreef hij zijn, vaak geestige en scherpe, polemische artikelen in zeer zuiver Nederlandsch over tooneel, schilderkunst en politiek. Naast de scherpte bezaten deze art. de mildheid en de degelijkheid, die hem een Hollandschen Chesterton deden zijn. Hij werkte vanaf de oprichting ook mede aan het tijdschrift De Gemeenschap, en aan Roeping.
Werken: Een Brokkenhuis (gebundelde Maasbode-artikelen, 1923): Chesterton (1925); Hemelsche banden (mysteriespel, 1928); Triomf der levenden (spel, 1931); Verkenningen (1931); Dans der uren (spel, opgenomen in De Gemeenschap, 1931-’32). Lit.: De Gemeenschap (1935).