Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Mei

betekenis & definitie

(Lat. mensis maius of Maius, genoemd naar de godin Maja), in den Oud-Romeinschen kalender de derde, sedert de invoering van den ➝ Juliaanschen kalender de vijfde maand van het jaar. Ze telt 31 dagen. In de M.E. komt de naam mensis Mariae (Lat., = maand van Maria) voor.

Voor Katholieke ooren heeft „Meimaand” de speciale beteekenis van: de maand, toegewijd aan O. L. Vrouw (➝ Mariamaand).

In boekentaal heet Mei ook Bloeimaand.De beteekenis voor den boer van de weersgesteldheid in deze maand vindt uitdrukking in gezegden als: Mei koel en nat, geeft koren in het vat; een natte Mei geeft boter in de wei. Een populaire meening wil: In Mei leggen alle vogeltjes een ei, behalve de kwartel (ook: de koekoek) en de spriet, die leggen in de Meimaand niet.

v. Campen.

Folklore. Mei wordt ingezet met het planten van den Meiboom, een hoogen stam, door de jeugd uit het bosch gehaald en feestelijk binnen het dorp gebracht, versierd met bonte papieren en slingers, zooals nog in Limburg geschiedt, o.a. te Noorbeek. Hier en daar plant men nog een groenen tak, den liefdemei, voor de woning van huwbare meisjes; ook wel steekt men hem op het dak van het huis. In België trekken de kinderen rond met meitakken onder het zingen van meiliederen. In het Oosten van Ned. worden fluitjes gesneden uit wilgenhout, bij liederen, waarin sprake is van „de booze hesse”. Op den eersten Meidag geldt stroomend water voor geneeskrachtig; men baadt erin tegen huidziekte.

Op Texel ontsteekt men op den vooravond de „meierblits”: een lentevuur. In sommige Limb. dorpen wordt het mooiste meisje tot „Meiliefste” of „Meikoningin” uitgeroepen en in de herberg onthaald, zooals Ecrevisse beschreef in „Het Meilief van Geleen”. De „Meigraaf” is de personificatie van de groeikracht der natuur. In Oost-Vlaanderen bestaan nog Meigilden.

Lit.: Jos. Schrijnen, Ned. Volkskunde (I 21930, 219-225); H. H. Knippenberg, in Limburg’s Jaarboek (XV1I1); idem, in Van Onzen Tijd (XVII 1916, 390-392, 496). Knippenberg.

Eén Mei. Op het Internationaal Socialistisch Congres te Parijs (14-21 Juli 1889) werd een resolutie aangenomen, waarbij besloten werd, dat op een vasten datum een groote manifestatie zou gehouden worden, zoodanig dat in alle landen en in alle steden te gelijk, op denzelfden overeengekomen dag, de arbeiders de openbare macht zouden aanmanen wettelijk den arbeidsdag tot acht uren te verminderen en de andere resoluties van het Internationaal Congres van Parijs toe te passen. De „American Federation of Labor” had reeds in haar congres van Dec. 1888 te Saint-Louis besloten dgl. manifestatie te houden op 1 Mei 1889. Het gevolg van deze beslissing was, dat deze datum voor de internationale betooging werd aangenomen en op 1 Mei 1890 vond de eerste manifestatie plaats. De resolutie van het Congres van Parijs had niet bepaald, dat deze dag ieder jaar zou gevierd worden: deze beslissing werd eerst getroffen op het Internationaal Congres te Brussel in 1891.

Indien destijds deze demonstratie door haar ontwerpers in het teeken werd gesteld van den achturen-dag, dan is op dit oogenblik haar voorwerp, sedert de verkorting van den arbeidstijd, veel ruimer geworden. Bovendien werd van den beginne af bepaald, dat de arbeiders van de verschillende landen deze manifestatie moesten organiseeren volgens de eischen van den bijz. toestand van het land. Zoo stond in België de 1 Mei-betooging van 1932 in het teeken van den strijd tegen het kapitalisme, die van 1933 was gericht tegen het fascisme en den oorlog en die van 1934 was een machtige propaganda voor het Plan van den Arbeid. Bij deze gelegenheid trekken in al de steden van het land alsmede in vele dorpen groote stoeten uit, waaraan de leden der verschillende socialistische organisaties (mannen, vrouwen en kinderen) deelnemen.

V. Helshoecht.