Bijnaam van den voor-Islamietischen Arabischen dichter Zijad ibn Moeawija, die waarschijnlijk kort voor het optreden van Mohammed stierf. Na als gunsteling aan het hof der Lachmiden te Ilira verbleven te hebben, tot hij bij Noe’man in ongenade viel, begaf hij zich naar het hof der Gassaniden, doch keerde later weer naar Hira terug.
N. behoort tot de besten der Oud-Arabische dichters. Zijn verzen verbinden harmonisch waar gevoel, frischheid van uitdrukking en beeldspraak, levendige fantasie.
Over zijn godsdienst heerscht geen eenstemmigheid; Cheikho houdt hem voor een Christen.Lit.: Derenbourg, Le Divan de N. (1869); Cheikho, Le Christianisme et la litt. chrét. en Arabie avant l’Islam (1923). Zoetmulder.