Romeinsch keizer. * 18 Sept. 53 te Italica (in Spanje), ♱ 8 Aug. 117 te Selinus in Cilicië. Door keizer Nerva geadopteerd, stond hij aan het hoofd der legioenen in Duitschland bij diens dood. Hij voltooide zijn taak aan den Rijn, alvorens in 99 naar Rome te gaan. Daar brak onder hem een tijd van ongekenden vrede en van welvaart aan.
Niet alleen droeg hij uitnemende zorg voor handel en verkeer, doch ook aan opvoeding en weezenzorg schonk hij zijn aandacht. Ilij bouwde steden en verfraaide Rome, en door uitdeelingen van graan en het houden van schitterende spelen won hij bovendien de volksgunst. Hij was de laatste keizer, die het Rijk vergrootte. Doch niet aan den Rijn, maar aan den Donau en den Euphraat.
Hij veroverde Dacië, waarna hij een memorabelen triomf hield. Daarna Armenië, en Mesopotamië, dat hij met Assyrië tot Romeinsche provincies inrichtte. Ziek wilde hij terug naar Rome, doch stierf in Cilicië. T. gelastte de derde Christenvervolging.
Een brief hierover aan Plinius den Jongeren is ons bewaard.