Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Louis marie cordonnier

betekenis & definitie

Louis marie cordonnier - Fransch architect; * 1854 te Haubourdin; werkzaam te Rijsel. Leerling van de Ecole des Beaux arts te Parijs, behaalde den eersten prijs voor de prijsvraag van de nieuwe Beurs te Amsterdam en voor het Vredespaleis in Den Haag, welk laatste ontwerp werd omgewerkt door ir.

A. G. v. d. Steur; C. had een uitgebreide praktijk en bouwde o.a. raadhuizen te Loos, Madelaine, Duinkerken in neo-Renaissancestijl. Thunnissen Cordova Of Cordoba, 1° In Spanje.

a) Prov. in Andalusië;opp. 13 780 km2, ca. 690000 inw. Het gebergte Siërra de Cordova is zeer woudrijk.
b) Bisdom, waarschijnlijk uit de 3e eeuw, omvattend de prov. Cordova en een deel van Badajoz. Beroemdste bisschop: Hosius (294—357). Suffragaan van Sevilla. Telt (1930) 525 000 zielen.
c) Hoofdstad der prov. C. (37° 51' N., 4° 48' W.), 80 000 inw. Oude hoofdstad van de Mooren, aan den Guadalquivir, in een vruchtbare omgeving, een vega. Vruchten, olie. Verkeerscentrum, doch weinig vooruitgang.

Kunst. Van de gedurende den Romeinschen keizertijd zeer bloeiende handelsstad (waar Seneca en Lucanus geboren zijn) resten alleen nog wat sculptuurfragmenten (nu in Madrid), enkele sarcophagen en een vloermozaïek (de 4 jaargetijden).

De oorspr. Romeinsche brug over den Guadalquivir is door de latere Moorsche overheerschers sterk veranderd (240 m lang, 16 bogen). De toegang tot de brug wordt gevormd door een versterkt burg-achtig gebouw, eveneens in oorsprong Romeinsch, Calahorra geheeten. Naar de stadszijde leidt de brug tot het → Alcázar, het vroegere paleis der kaliefen, waarvan weinig ouds behouden is, maar welks oorspronkelijk uitzicht en inwendige kan gereconstrueerd worden uit de opgravingen der paleiswoningen van Medinahar Zahra.

Van meer belang is de Groote Moskee, in de nabijheid van het Alcazar gelegen (zie plaat Bouwkunst III t/o kolom 64, dl. VI). Zij is waarschijnlijk op de grondslagen eener vroegere kerk (S. Vincentius) gebouwd. Abder Rahman I begon ermee in 785; achter een vrij diepen hof legde hij een zaal aan van 85 x 30 m, welke hij door 10 zuilenrijen in 11 beuken verdeelde, waarvan de middelste beuk het breedst was. De zuilen waren van vroegere bouwwerken genomen. Later werd de zaal verbreed en verdiept (einde 10e eeuw kwamen er 8 beuken bij).

Zij werd door een vlak plafond bedekt; slechts 4 of 5 vakken droegen koepels op kruisbogen. In 1523 liet de geestelijkheid van C. midden door deze zaal heen een 60 m lange kathedraal bouwen, waarvan de gewelven hoog boven het dak der moskee uitkwamen. Op de fundamenten eener oude minaret (aan den ingang van den voorhof) bouwde in 1593 Hernan Ruiz den tegenwoordigen toren. De rijke decoratie vereenigt Antieke, Arabische, W. Gotische en Byzantijnsche elementen. Er bestaat sterke verwantschap tusschen de bouwmanier dezer moskee en die der Z. Fransche Romaansche kerken, doch van den grootsten invloed was zij op de ontwikkeling der architectuur, zoowel Moorsche als Christelijke, in Spanje.

In de stad bevinden zich een menigte kerken, meestal in overgangsen plateresk-stijl. Het archaeologisch museum is van waarde door de vondsten van Medinahar Zahra, daar bijeengebracht, de werken van Juan en Pedro van C., Ribera, Bermejo, Zurbaran e.a.

Lit.: Ramirez de Arellaoo, Guia artistica de Córdoba (1896); Schmidt, Cordoba und Granada (1902); Calvert en Gallichan, C., a city of the Moors (1907); Marcais, Manuel d’art musulman (I 1926). Knipping Geschiedenis. C. bestond reeds vóór dat de Phoeniciërs in Spanje koloniseerden. Tijdens het Caxthaagsche bewind had de stad eenige beteekenis, welke na de verovering door Scipio in den 2en Punischen oorlog zeer toenam. Vandaar de vele Rom. overblijfselen. Na taaien tegenstand werd C. in 572 door de West-Goten veroverd en in 711 door de Mooren, die haar, getuige de overblijfselen, tot het middelpunt van hun beschaving gemaakt hebben. Zie verder sub Kalifaat van Cordova, en: Kunst, in dit artikel.

d) Kalifaat van Cordova, 756—1031. Dit kalifaat werd gesticht door den eersten Sp. Oemajjade → Abder Rahman I. De vorsten van dit huis waren in godsdienstig opzicht Soenniten. Eeuwenlang hebben de kaliefen van Cordova strijd moeten voeren tegen de steeds krachtiger wordende Spaansche Christenstaten, die reeds voor de komst der Oemajjaden bestonden. De kaliefen hadden ook veel last met hun eerzuchtige stadhouders, terwijl de vijandschap tusschen Arabieren en Berbers hun veel zorg baarde.

Ook het groot aantal Christenen, dat tot den Islam was overgegaan en geen rechten had, leidde tot moeilijkheden. Dank zij krachtige heerschers kon het kalifaat zich tot de 11e eeuw staande houden en bereikte zelfs een hoogen cultureelen en maatschappelijken bloei, vooral onder de kaliefen Abder Rahman III, Hakam II en Al Mansoer. Door irrigatiewerken en mijnbouw werden landbouw en nijverheid bevorderd. Er was veel handel in wol, zijde, olie en suiker. Vooral Andalusië was een heerlijke, welvarende streek.

De gelijknamige hoofdstad C. zou in de 10e eeuw 11 300 huizen, 3 000 moskeeën , 80 openbare scholen, 300 baden en 28 voorsteden hebben gehad. Tijdens dit kalifaat is o.a. ook het Alcazar gebouwd. Behalve door bouwwerken enz., streefden de kaliefen van C. er naar het Oosten ook intellectueel te overtreffen. Kunsten en wetenschappen genoten een vorstelijke behandeling. Men telde in C. een 17-tal universiteiten en 70 bibliotheken.

Dat het kalifaat dien bloei bereikte, heeft het te danken aan de medewerking van Joden en der inheemsche bevolking, welke op de Arabische cultuur zeer bevruchtend hebben gewerkt. Vooral sinds Abder Rahman III komt die samenwerking tot uiting. De laatste Oemajjade, Hisjam III, deed in 1031 afstand van den troon en ging zich rustig aan de kunst wijden. Terstond viel het rijk toen in een aantal zelfstandige emiraten uiteen. In 1236 werd de stad C. door Ferdinand III van Castilië veroverd.

Lit.: → Abder Rahman III. Slootmans 2° Cordova in Midden-Argentinië.

a) Provincie (II 808 D3); opp. 161 036 km2, ca. 1 057 000 inw. Zij wordt deels ingenomen door een 400 m hooge pampa-hoogvlakte, deels door het gebergteland Siërra de C., uitgestrekte zoutsteppen en zoutmeren. Middelen van bestaan: landbouw en veeteelt; export van wol. De mijnbouw neemt in beteekenis toe.
b) Bisdom, suffr. van Buenos Aires, opgericht in 1570; telt ruim 800 000 Kath.
c) Hoofdstad der gelijknamige prov. (II 808 D 3), op de hoogvlakte aan de Rio Primero; een geheel modem ingerichte stad, belangrijk spoorwegcentrum. Ca. 240 000 inw. Universiteit (1613 gesticht), academie van wetenschappen. C. werd gesticht in 1573.
d) Siërra de Cordoba, een in het W. met het Andes-systeem samenhangend gebergte;2 850 m hoog; een gebied zonder afvloeiing naar zee. Zuylen Gonzalo de Cordova Spaansch veldheer; * 1443 te Montilla bij Cordova, ✝ 2 Dec. 1515 te Granada; streed tegen de Portugeezen en in 1492 in den laatsten oorlog tegen de Mooren; verdreef, in den eersten Spaansch-Franschen oorlog om het bezit van het koninkrijk Napels (1495—’98), de Franschen uit Zuid-Italië (1496). In 1500 hielp hij de Venetianen tegen de Turken. In den tweeden Spaansch-Franschen oorlog om Napels (1502—1505) versloeg hij de Franschen opnieuw en werd onderkoning van Zuid-Italië; werd echter reeds in 1506 teruggeroepen. Voor de Spanjaarden geldt hij als „el gran capitan”.

Lit.: De Montolin, Vida de Gonzalo de Cordova (1915). v. Gorkom Córduba (ant.geogr.), tegenw. → Cordova.