Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Log

betekenis & definitie

1° Bijbelsch woord, aangevend een bepaalde maat, alleen vermeld in den Pentateuch. De Vulgaat vertaalt met Sextarius. Vgl.

Lev. 14. 10, 12, 15, 21, 24.2° Een toestel om de vaartsnelheid van een schip door het water te bepalen gedurende het varen. Oorspr. bestond het uit een verticaal drijvend driehoekig plankje, dat daartoe aan een zijde met lood was bezwaard. Daaraan was een lang touw verbonden, op een handrol, de logrol, gewonden en voorzien van merken of knoopen op een onderlingen afstand van 1/120 zeemijl of 15,43 m. Men laat het plankje achter het schip in het water drijven en viert de loglijn uit; het aantal knoopen per minuut geeft dan het aantal zeemijlen per uur weer. Hoewel deze l., die vermoedelijk reeds in de 17e e. gebruikt werden, thans nog toegepast worden, gebruikt men thans zgn. patent loggen, bestaande uit een van metaal vervaardigden cylinder met spitse punt, waarop schroefvormige vinnen zijn aangebracht, zoodat dit voorwerp, bij het sleepen van een lijn door het water, zal ronddraaien met een aantal omwentelingen, evenredig aan de snelheid, waarmede het voortgesleept wordt. Deze draaiende beweging wordt door de lijn overgebracht op een telwerk met wijzerplaat, waarop onmiddellijk het aantal afgelegde zeemijlen wordt aangegeven, overeenkomende met een bepaald aantal wentelingen van de l. De aldus gemeten snelheid is de snelheid door of t.o.v. het vaarwater, zoodat ter bepaling van de werkelijke snelheid of afgelegden afstand rekening moet gehouden worden met eventueele stroomingen.

Bijvoet.

< >