Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Leonardo da Vinci

betekenis & definitie

Ital. schilder, beeldhouwer en architect, bewoog zich tevens op het gebied der geologie, waterbouwkunde, botaniek en zoölogie, techniek en wijsbegeerte. * 1452 te Vinci bij Empoli, † 2 Mei 1519 op het slot Cloux te Amboise (Fr.). Leerling van Verrocchio te Florence, aan wiens „Doopsel van Christus” (Academia, Florence) L. meewerkte. Van zijn zgn. jeugdwerken is alleen de „Boodschap aan Maria” (Louvre, Parijs) zeker.

In 1482 gaat L. te Milaan werken in dienst van Lodovico il Moro, uit het geslacht der Sforza’s en ontwerpt er een ruiterstandbeeld van Francesco Sforza, dat nooit tot uitvoering kwam, maar waarvan talrijke schetsen zijn overgebleven. Beroemd is de muurschildering in tempera, het „Laatste Avondmaal”, in den refter van het voormalige Dominicaner klooster Santa Maria delle Grazie te Milaan (1499; tegenwoordig zeer geschonden, laatste restauratie in 1924 door Silvestri), waarvan talrijke copieën en gravures bestaan. Origineele studies hiervoor bevinden zich in het Breramuseum te Milaan en in de bibliotheek te Windsor (Eng.).

L. toont zich hierin een meester in het spel van licht en kleur en weet een geheimzinnig vervagen der omtrekken te verkrijgen (het zgn. sfumato); rond den Christus als de centrale figuur wordt heel de aandacht zoowel van de figureerende apostelen als van den toeschouwer geconcentreerd. Uit dezen tijd dateert verder „La belle Féronnière” (Louvre). In 1499 verlaat L.

Milaan en werkt te Mantua (Portret van Isabella d’Este, in het Louvre; teekeningen hiervan in het Uffizi te Florence), Venetië en Florence. In deze laatste stad werkt L. aan een carton van de „H. Anna-te-Drieën”, dat eerst in zijn lateren Milaneeschen tijd tot uitvoering kwam (Louvre; studies hiervan te Weenen en Windsor) en treedt als ingenieur in dienst van Cesare Borgia, voor wien hij cartographische opnamen doet.

In 1504 komen de cartons van den „Slag bij Anghiari” voor de raadszaal van het Palazzo Vecchio tot stand, waarvan alleen nog schetsen zijn overgebleven (Windsor en Venetië; Rubens gaf een copie van een detail, „Strijd om het Vaandel”, Louvre). Uit dezen tijd dateert eveneens de beroemde „Mona Lisa” (ook „La Gioconda”, de blijde, genoemd) te Parijs (Louvre), waarvan alweer talrijke copieën bestaan. In 1506 gaat L. terug naar Milaan („La Vierge aux rochers” in het Louvre; een copie van zijn eigen hand in de Nat.

Gall. te Londen) tot 1513 en na een kort verblijf te Rome in dienst van paus Leo X, gaat de kunstenaar in 1516 over in dienst van koning Frans I, op wiens slot Cloux bij Amboise hij zijn laatste levensjaren doorbrengt.Als wiskundige bewoog L. zich meer op practisch gebied (benaderingsconstructies voor regelmatige veelhoeken); in de mechanica schreef hij zoowel over statische problemen als dynamische onderwerpen, terwijl hij in de physica o.a. hydrodynamica en optica beoefende. Lit..: Thieme-Becker, Allg. Künstlerlex. (XXIII); W. v. Seidlitz, Leonardo da Vinci (1935); E. Dijksterhuis, Val en Worp (1924); La meccanica di L. d. V. (Napels 1932).

p. Gerlachus/Dijksterhuis.