Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kanunnik

betekenis & definitie

1° een wereldgeestelijke, die deel uitmaakt van een kathedraal of collegiaal → kapittel en als zoodanig deel heeft in de rechten en plichten van het kapittel. Daarnaast hebben sommige k. een speciale taak, bijv. de k.-theologaal (de prediking van het woord Gods in de kathedrale kerk) en k.-penitencier (het biecht hooren in de kathedrale kerk), die echter in Ned. van deze taak krachtens pauselijke dispensatie ontheven zijn.

De benoeming der k., wier aantal voor de Ned. kathedrale kapittels is vastgesteld op acht en voor de Belgische op tien tot veertien, geschiedt als regel door den bisschop, die daaromtrent echter het advies moet inwinnen van het kapittel. Aan de k. worden gewoonlijk vsch. eere-voorrechten geschonken, o.a. een speciale kleeding tijdens den koordienst en soms ook voor het dagelijksche leven; aan de k. der kathedrale kapittels van Utrecht, Haarlem en Den Bosch is het dragen van het paars toegestaan, alsook aan die van Mechelen.

Ook de → eere-kanunniken deelen in deze voorrechten.2° Reguliere kanunniken (koorheeren), priesterleden van sommige oudere kloosterorden, die als k. tot den plechtigen koordienst verplicht zijn en als religieuzen de drie kloostergeloften afleggen en leven volgens een bepaalden kloosterregel. [I]W.[/I] Mulder.

De voornaamste reguliere k. zijn de volgende:

Reg. Kan. van St. Antonius, → Antoniusbroeders.

Reg. Kan. van St. Augustinus, algemeene benaming voor ordesgeestelijken, die tot een collegiaal kapittel behooren, dat volgens den Regel van St. Augustinus leeft. Daar deze regel het eerst te Rome onder paus Alexander II (1061-’73) aan de kerk van Lateranen schijnt nageleefd te zijn, worden thans de Reguliere K. van Lateranen (zie onder) bij voorkeur Reguliere K. van St. Augustinus genoemd.

Reg. Kan. van den H. Bernard van Menthon, stellen zich voornamelijk ten doel, bergreizigers op hooge en gevaarlijke passen behulpzaam te zijn. Sinds 1212 volgen ze den regel van den H. Augustinus. De algemeene overste draagt den naam van proost en voert mijter en staf. Behalve op den Grooten en Kleinen Sint Bernhard hebben ze een nederzetting op den Simplon en sedert 1933 ook op het Himalaja-gebergte.

Reg. Kan. van de H. Drievuldigheid, → Trinitariërs. Reg. Kan. van den H. Geest, ca. 1195 als ziekenbroeders gesticht te Montpellier. Paus Innocentius III vertrouwde hun de zorg toe voor het door hem te Rome gebouwde ziekenhuis. De Hospitaalbroeders verspreidden zich spoedig over Zuid- en West-Europa. Priesters waren in de Orde vrij zeldzaam. Pius IX hief ze in 1854 op.

Reg. Kan. van de H. Genoveva, → Genovevanen. Reg. Kan. van het H. Graf. Zij verplichtten zich in 1114 te Jerusalem aan de kerk van het H. Graf tot een gemeenschappelijk leven. De Orde werd 1122 door Callistus II goedgekeurd en bezat spoedig in het H. Land verschillende nederzettingen. Bij den val van Acre moest zij Palestina verlaten. Nu verspreidde ze zich over Europa, om er zich voornamelijk aan de verzorging van pelgrims en zieken te wijden. Het langst schijnt de Orde in Polen te hebben stand gehouden.

Reg. Kan. van Onzen Heiland, → Petrus Fourier. Reg. Kan. van het H. Kruis, → Kruisheeren.

Reg. Kan. van Lateranen, zie boven: Reg. K. van St. Augustinus. Hun constituties werden door vele reguliere kapittelkerken aanvaard, doch de eerste en oorspronkelijke kerk (van Lateranen) ging in 1471 definitief voor hen verloren. Omstreeks 1624 waren 122 kapittels bij de Orde aangesloten. Thans zijn er nog 24. Voor België is het hoofdhuis te Leuven; ze wijden zich aan werken van zielzorg. Sinds 1907 hebben vijf kloosters van Augustijner K. in Oostenrijk (o.a. Klosterneuburg, Reichersberg en St. Florian) aandeel aan de voorrechten en titulatuur der Orde; verder ook de Reguliere K. van St. Mauritius en den H. Bernard; ze staan echter niet onder het gezag van den generaal der Orde.

Reg. Kan. van St. Mauritius. Deze congregatie ontstond nabij de martelplaats van den H. Mauritius en had nederzettingen in Frankrijk en Duitschland. Onder paus Honorius II (1124-’30) aanvaardde ze het reguliere leven. De abt van St. Moritz heeft de titels van „graaf” en van „bisschop van Bethlehem”.

Reg. Kan. van de Onbevlekte Ontvangenis, werden m 1871 te St. Antoine (Isère) door Gréa gesticht en in 1887 door Leo XIII goedgekeurd. Doel: zielzorg, opvoeding en onderwijs. Ze hebben hun kloosters in Zwitserland, Italië, Schotland en Canada. Het generalaat is te Rome gevestigd.

Reg. Kan. van Premonstreit, zie → Norbertijnen. Reg. Kan. van Sempringham, → Gilbert van Sempringham.

Reg. Kan. van St. Victor, door Willem van Champeaux ca. 1110 nabij Parijs gesticht, ter plaatse van een vervallen St. Victorklooster. Vele kapittelkerken in Frankrijk, Duitschland, Ierland en Denemarken namen de standregelen der → Victorijnen over. Ze hebben groote verdiensten gehad op wetenschappelijk gebied, in het bijzonder voor de mystieke theologie. Reg. Kan. van Windesheim, → Windesheim. Th. Heijman.