Arts en natuuronderzoeker. * 2 Aug. 1672 te Zürich, † 23 Juni 1733 aldaar. Deed een voor zijn tijd zeer merkwaardige ontdekking te Oeningen in Zwaben (1725).
Hij vond daar de organische overblijfselen van wat hij meende een mensch te zijn, die „van den zondvloed getuige was geweest en God gezien had” (Homo diluvii testis et theoskopis). Camper en Cuvier toonden echter aan, dat het de resten waren van een reuzensalamander, dien Tschudo den naam gaf van Andrias scheuchzeri.
Het beroemde exemplaar bevindt zich in de collectie van het Teyler-museum te Haarlem. v. d. Geyn.