Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Jaar Aantal arbeiders Doodelijke ongevallen

betekenis & definitie

Erts- en kolenmijnen Petroleum bedrijven Erts- en kolenmijnen Petroleum bedrijven

1929
1930
1931
1932
1933 68.563
53.541
42.042
26.433
16.898 16.227
12.428
8.111
8.613
10.491 0,66‰
0,93‰
0,88‰
0,52‰
1,78‰ 0,62‰
0,89‰
1,35‰
0,69‰


Opmerking verdient, dat in ’s Lands kolenmijnen, behalve met de ook in particuliere mijnbedrijven werkende contractanten onder ➝ Poenale Sanctie, vrije-wervingsarbeiders en losse arbeiders, gewerkt wordt met tot dwangarbeid veroordeelden, zgn. dwangarbeiders, in de jaren 1931-1933 gemiddeld resp. 1227 968 en 698 man.

Nam door betere outilleering en rationalisatie de hoofdelijke productie toe, door de sterke vermindering van het aantal arbeiders had dit in de gouvernementssteenkool- en tinmijnen geen meerdere opbrengst ten gevolge. Olthof.

D) Belgisch-Kongo.
1° Voor Wetgeving, zie ➝ Mijnrecht (Kongo).
2° Sociaal. De sociale zorg voor de arbeiders van officieele zijde blijkt voldoende uit de arbeidswetgeving (➝ Kongo). De regeering wordt in het volbrengen dezer taak door vsch. instellingen bijgestaan, w.o. de Commissie voor de bescherming der inboorlingen en de Arbeidscommissie. Van bijz. practische beteekenis is de medewerking der groote maatschappijen, die in de voornaamste mijncentra allerlei maatschappelijke diensten hebben ingericht.
3° Economisch. Het aantal in exploitatie zijnde mijnen (kolen, koper, tin, ijzer, goud, lood en zilver, radium, diamanten) en steengroeven steeg van 186 in 1934 tot 225 in 1935. Hierbij dient bijz. vermeld de vermeerdering van de tin-, goud- en diamantmijnen alsook van de mijnprospecties. De mijnproductie bereikte in 1935 122 279 ton (115 103 ton in 1934). De verdeeling der productie per prov. was de volgende: Leopoldstad: beneden 1 ton; Coquilhatstad: geen; Stanleystad: 1270 ton; Costermansstad: 1203 ton; Elisabethstad: 119 806 ton; Susambo: beneden 1 ton.

De Cleene.