(experim. phsychol.) is de remming van de werking van het geheugen. Men onderscheidt meerdere soorten.
Retroactieve of terugwerkende i.: een intensieve geestesbezigheid vermindert de sterkte van de onmiddellijk te voren gestichte associaties; leert men een reeks zinledige lettergrepen van buiten en laat men deze door een tweede reeks volgen, dan blijkt, dat men van de eerste minder onthoudt, dan wanneer de tweede niet gevolgd was. Reproductieve i.: veronderstel, dat a associatief verbonden is met b en c; biedt men a aan, dan ontstaan moeilijkheden voor de reproductie zoowel van b als van c.
Associatieve i.: wanneer a reeds met b geassocieerd is en daarna a met c verbonden moet worden, dan is a-c moeilijker te vormen dan anders (generatieve i.) en daarenboven wordt door de verbinding a-c de oorspr. associatie a-b verzwakt (effectueele i.). Ter verklaring bestaan er minstens vijf physiologische theorieën, waaromtrent nog geen eenstemmigheid bereikt is.v.d. Veldt.
