Een verzekering tegen diefstal met braak. Ze behoort tot de schadeverzekeringen en wordt in het Ned.
W.v.K. niet afzonderlijk behandeld. Het hiervoor in Ned. geldend recht leert men het best kennen uit de polissen.
Verschillende standaardpolissen zijn in gebruik voor koopmansgoederen, voor inboedels en voor den inhoud van brandkasten en kluizen. Bij de i. is het verlies gedekt ten gevolge van diefstal, waarbij de dader zich door inbraak toegang heeft verschaft tot het gebouw, de brandkast of de kluis.
Bij de inboedelpolis wordt insluiting, inklimming en gebruik van valsche sleutels met inbraak gelijkgesteld. De polissen bevatten een bijzondere regeling voor het onbewoond zijn van het gebouw, waarin het verzekerde zich bevindt, terwijl verlies of beschadiging ten gevolge van brand uitdrukkelijk uitgesloten wordt. Door de Belg. wet wordt de inbraakverzekering evenmin als in Nederland afzonderlijk behandeld; deze verzekeringsvorm wordt dus door de alg. beginselen der wet van 11 Juni 1874 (art. 1-32), beheerscht.
I. veronderstelt een diefstal, d.w.z. de bedrieglijke ontvreemding van een zaak, die aan een ander behoort; oplichting en verduistering kunnen niet met diefstal worden gelijkgesteld. Bij de inboedelpolis is gedekt het verlies, teweeggebracht door het verdwijnen, beschadigen of vernielen ten gevolge van diefstal, van roerende voorwerpen welke huizen of appartementen stoffeeren.
De waarborg kan worden uitgebreid tot het beschadigen van het gebouw of van mobiliaire voorwerpen ter gelegenheid van een diefstal of een poging tot diefstal.Gewoonlijk worden uitgesloten de brandschade, door de dieven veroorzaakt, en ook de inbraak, begunstigd door het toevallig breken van glasramen of andere afsluitingen, of bedreven door een familielid van den verzekerde, of door een persoon, die bij hem inwoont.