Wat is de betekenis van insluiting?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Insluiting

v. (-en), het insluiten.

2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Insluiting

van een stad of vesting kan dienen als voorbereiding tot een geregeld beleg, danwel ten doel hebben, de ingesloten vijand te neutraliseren of door gebrek tot overgave te dwingen. Voor een hermetische afsluiting wordt een insluitingslinie vereist, welke volgens de gewone beginselen der versterkingskunst wordt aangelegd. Bestaat er kans op ontzet, da...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

insluiting

v. insluitingen (mil. daad van insluiten inz. van een vesting of fort).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

insluiting

('in) v. (-en) het insluiten inz. 1. de van een versterkte stad. 2. met van, met inbegrip van.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

insluiting

v. (-en), het insluiten of ingesloten worden; (histologie) het inbedden van weefseldoorsneden in een of ander medium (gelatine, canadabalsem e.d.) als onderdeel van de prepareertechniek.