Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Harmonium

betekenis & definitie

Harmonium - Algemeen gebruikelijke naam voor het huisorgel met doorslaande tongen. Het kwam sinds ong. 1800 in vsch. variëteiten en onder allerlei namen voor (orgue expressif, aeoline, physharmonica, melophon, melodium, enz.).

Het instrument kreeg zijn eerste ontwikkeling vooral in Frankrijk; na 1840 werd het voorzien van registers (4', 8', 16'), van de zgn. percussion (hameraanslag), van het prolongement (waardoor neergedrukte toetsen blijven steken) en van de doublé touche (die grooter klanksterkte bewerkt, naarmate de toets dieper ingedrukt wordt). Oorspronkelijk werd het h. door middel van trapbalgen met druklucht tot spreken gebracht.

De → Amer. orgels, met zuiglucht, hebben om hun minder snerpenden toon het Fr. h. nagenoeg geheel verdrongen. Men vindt h. in allerlei formaten, vanaf het éénspels draagbaar orgeltje, tot het van vele registers en electrische windmachine voorziene h. met twee manualen en pedaal.

Spijts alle verbeteringen heeft het h. het edele klankkarakter van het pijporgel niet kunnen benaderen.Het aanbrengen van registers van verschillende klankkleur (violine, viola, fluit, hobo, Aeolische harp e.a.) verhoogde het uitdrukkingsvermogen van het h. zeer; terwijl er ook nog zuiver mechanische inrichtingen werden aangebracht, die door registerknop of knie-zweller in werking gesteld worden: Forte fluide klank), Grand Jeu (rechtstreeks in werking stellen van het volle werk), Vox huiuana (een vibratie-register) en ook de octaafkoppel e.d.

< >