Halfbouw - (Fr. métayage; Ital. mezzadria) is in den landbouw een pachtstelsel, nu nog vrij veel in gebruik in Italië, Frankrijk en andere Zuidelijke landen, waarbij de pachter (halfbouwer) de bruto-opbrengst van zijn bedrijf (vandaar ook wel de naam: garvenpacht of schoofdeeling) jaarlijks met den grondeigenaar deelt, in verhouding tot de geldswaarde van datgene, wat elk van beide tot het verkrijgen dier opbrengst heeft bijgebracht. Voor den grondeigenaar is dat behalve de grond en een deel van den inventaris soms ook mest en zaaizaad, voor den pachter de verdere inventaris en speciaal de arbeid.
Een groot voordeel van het stelsel van h. (zoo genoemd omdat in vele gevallen de opbrengst voor de helft aan den eigenaar, voor de helft aan den pachter komt) is gelegen in de risicodeeling en het meer bijeenbrengen van de belangen van pachter en grondeigenaar. Komt in Ned. nog slechts sporadisch voor; toepassing in streken, waar het nooit geweest is, brengt eigenaardige moeilijkheden mee. Vindt in Italië in de laatste jaren sterke uitbreiding, vooral tengevolge van de regeeringsmaatregelen tot bevordering der kolonisatie.
Lit.: I. B. Cohen, Inl. tot het agrar. recht (1927); J. J. L. v. Rijn, De deelpacht in Italië, in: Landbouwk. Tschr. (jg. 45, 1933, nr. 546 en 547).