Groenhart - zeer zware, harde en dichte tropische houtsoort (s.g. 0,93 1,24), bruingroen, soms bruin van kleur, naar het hart toe donkerder wordend; de jaarringen teekenen zich zeer onduidelijk af. Wegens de groote hardheid is het buitengewoon moeilijk te bewerken.
G. kan in zeer groote afmetingen geleverd worden, meestal in behakte stukken van 15-20 m lengte en vierkante doorsnede van 35-40 cm. Het wordt hoofdzakelijk toegepast bij waterbouwkundige werken als duc d’alven, remmingwerken, steigers, enz.
Ook bij den scheepsbouw wordt het gebruikt. Het is zeer duurzaam en goed bestand tegen aantasting door aalworm.
Komt voor in trop. Amerika, vooral in Suriname en Demerara.
Zie ook→ Geelhart. Oeverhaus.
