Godslamp - lamp, welke dag en nacht brandt in de nabijheid van het Allerh. Sacrament.
Reeds in de 4e eeuw bestond het gebruik, in kerken voortdurend lampen te doen branden. Eerst sinds de 13e e. werd een bepaalde g. verplichtend, sinds de 17e e. voor de geheele (Westersche) Kerk.
Er is dan zelfs sprake van meerdere, bijv. in kathedralen. Heden verplicht het Kerkel.
Wetboek (c. 1271) tot één lamp, welke onderhouden moet worden met olijfolie (voor andere oliën is bisschoppelijk verlof noodig) of wel bijenwas. Zie → Licht (in de liturgie). Louwerse.