Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Futurum

betekenis & definitie

Futurum - (gramm.). Met het gebruik van het f. bij het werkwoord wordt in het algemeen aangeduid, dat de handeling voor den spreker nog in de toekomst ligt.

In de Westersche talen is het daarbij gewoonlijk totaal onverschillig of men zich deze toekomst als zeer nabij of als ver verwijderd denkt, of men daar reeds een scherpe en concrete voorstelling van bezit of niet. In alle gevallen wordt dezelfde vorm gebruikt.

Bijv. tegen een kind: „Ik zal jou (nu direct) pakken, hoor!” en „Ik zal er nog wel eens over denken”. In een groote reeks van primitieve talen wordt echter tusschen de beide laatstgenoemde mogelijkheden systematisch onderscheid gemaakt in den werkwoordsvorm.

Men spreekt dan van een futurum definitum, resp. indefinitum.Wils.