Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Fibonacci

betekenis & definitie

Leonardo, Ital. wiskundige uit Pisa; * ca. 1170, † 1250. Noemde zich in zijn werken Filius Bonacii, waaruit door verbastering Fibonacci is ontstaan.

Hij stond te Pisa, waar hij vermoedelijk wiskunde doceerde, in hoog aanzien; zijn bijnaam bigollo (= bighellone, deugniet of reiziger?) is niet afkeurend bedoeld. Op reizen in Afrika leerde hij de Arab. wiskunde kennen, tot welker verbreiding in Europa hij meer dan een ander heeft bijgedragen.

Zijn voornaamste werken zijn: Liber Abbaci (1202, 1228), eerste volledige behandeling van de Indo-Arab. rekenkunde en algebra door een Christenschrijver; Practica Geometriae (1220), waarin toepassingen van algebra op meetkunde; Flos L. Bigolli Pisani (1225), waarin onbepaalde vergelijkingen van den 1en en 2en graad; Liber quadratorum (1225), waarin o.a. oplossing van de vergelijking x2 + y2 = z2 in geheele getallen.

Bekend gebleven zijn: de reeks van F, d.i. de reeks 0, 1, 1, 2, 3, 5, 8,13 (ieder getal is de som der beide voorafgaande) (➝ Lucas), en de identiteit van F.: (a2 + b2) (c2 + d2) = (ac + bd)2 + (bc ad)2 = (ad + bc)2 + (ac bd)2, reeds bekend aan Diophantus.Uitg.: Scritti di Leonardo Pisano (ed. Boncompagni, 2 dln. Rome 1857-’62). — Lit.: G. Loria, Storia delle Matematiche (I Turijn 1929). Over de reeks van F. handelt: L. Kaiser, Ueber die Verhältniszahl des Goldenen Schnitts, die Reihe der mit ihr zusammenhängenden ganzen Zahlen und eine aus dieser abgeleitete Reihe (Leipzig 1929). Dijksterhuis.

< >