Voor dierk. gegevens, ➝ Haaien; Kraakbeenvisschen.
Fossiel zijn deze visschen reeds vanaf het Devoon bekend. Zij bereiken hun bloeiperiode in het onder-Carboon. Tegen het eind van het ➝ Palaeozoicum sterven de meeste soorten uit. Slechts een kleine groep blijft over in het Trias en hieruit ontwikkelen zich de orden der haaien en roggen. In alle jongere zeeafzettingen worden veelvuldig haaientanden gevonden, bijv. in Krijt van Z.Limburg.
v. Tuijn.