Ferdinand, Ned. volksleider (socialist); * 1846 te Amsterdam, † 1919 te Hilversum. Was eenigen tijd werkzaam als Luthersch predikant (Harlingen, Beverwijk en Den Haag), in welken tijd hij anoniem medewerkte aan De Werkmansbode (orgaan van het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond) en zijn opvattingen steeds radicaler werden.
In 1879 legde hij zijn ambt neder, verliet zijn kerk, om voortaan zijn geweldige energie in dienst te stellen van de socialistische propaganda. Zijn orgaan werd „Recht voor allen”.
Door zijn bijzondere gaven als volksredenaar, door de oprechtheid, waarmede hij zich gaf aan wat hem ideaal scheen, werd hij gemakkelijk leider van den Sociaal-Democratischen Bond,die in 1881 opgericht werd en in 1882 het zgn. program van ➝Gotha overnam. Dat de socialistische propaganda in Ned. in die tachtiger jaren meer een luidruchtige agitatie was dan een strakke, disciplinaire actie, is vooral toe te schrijven aan de karaktereigenschappen van D.
N., die, suggestief redenaar en goed stylist, te weinig organisatorisch talent bezat en te veel gedreven werd door affecten om zijn beweging naar vaste lijnen te leiden. Een bekend feit was de veroordeeling van D.
N. in 1886 wegens majesteitsschennis tot één jaar celstraf, welk vonnis in verschillende kringen omstreden werd en ten slotte aanleiding gaf tot een actie om hem gratie te verleenen, hetgeen in 1887 bij den verjaardag van prinses Wilhelmina geschiedde. Het jaar daarop (1888) kreeg D.
N. zitting in de Tweede Kamer (district Schoterland) als candidaat van de Volkspartij, welke in Friesland gevormd was door samenwerking van allerlei democratische radicalen en socialisten. Bij de verkiezingen van 1891 verloor D.
N. weder zijn zetel.
Sindsdien keerde hij zich af van de politieke actie, waarvoor zijn revolutionnair temperament feitelijk kwalijk geëigend was.
Ook op internationale socialistische congressen verdedigde hij zijn opvattingen, maar leed op het congres van Zürich (1893) de nederlaag tegenover Bebel en Liebknecht. Stellig heeft deze nederlaag van D.
N. de verhoudingen bij de socialisten in Ned. beïnvloed. In 1893 hield de Sociaal-Democratische Bond te Groningen een congres, het hoogtepunt van de oude socialistische beweging in Ned.
Dat de inzichten van D. N. nog de overwinning behaalden, getuigt zeker van het aanzien, dat hij genoot, maar het feit, dat er een sterke minderheid (het voorstel werd aangenomen met 47 tegen 40 en 14 onthoudingen) bestond, bewijst de kracht van een tegenovergestelde richting.
Mede onder invloed van de verwerping van het ontwerp-kieswet van Tak van Poortvliet leidde dit congres van 1893 tot een scheuring, welke definitief haar beslag kreeg, toen in 1894 te Zwolle de „parlementairen” (o.a. Troelstra, Schaper, Vliegen) de S.D.A.P. oprichtten.
Het jaar 1894 is daarom andermaal een keerpunt in het leven van D. N., die in zijn Recht voor Allen een uiterst feilen toon aansloeg tegen de nieuwe partij.
Enkele jaren nog bleef hij als leider van den Socialistenbond (wijl in 1894 de Sociaal-Democratische Bond bij uitspraak van den Hoogen Raad opgeheven werd, was hij omgezet in den Socialistenbond) het direct-revolutionnaire socialisme propageeren, maar aangezien hij de parlementaire strooming niet vermocht te keeren, trok D.
N. de consequentie en scheidde zich in 1898 af (de Socialistenbond smolt in 1900 samen met de S.D.A.P.), om zich nu beslister tot het anarchisme te wenden.
Toen stichtte hij De Vrije Socialist. Zijn invloed was echter gebroken en verminderde voortdurend, al scheen bij de bekende staking van 1903, welke een sterk revolutionnair karakter had, het aanzien van den ouden agitator te herleven.
Doch het was slechts een losse episode, terwijl het radicaal mislukken van de staking ten slotte leidde tot een besliste breuk tusschen sociaal-democraten en anarchisten.Historisch is het leven en bedrijf van D. N. niet alleen van beteekenis, omdat hij een sterken invloed heeft gehad op een aanzienlijk deel der Nederlandsche arbeiders (tusschen zijn actie en de toenemende onkerkelijkheid in verschillende arbeidersmilieu’s, bijv. in de Zaanstreek, op het Groninger platteland, bestaat een niet te miskennen verband), maar ook omdat in zijn levenshistorie zich afspiegelt de geschiedenis van de oude socialistische beweging in Nederland, welke, voortgekomen uit de Dageraadsbeweging, zich kenmerkt door anarchistische tendenzen en door een zeker affectief atheïsme.
Werken: vele publicaties zoowel in afzonderlijke werken als in binnen- en buitenlandsche periodieken. Van hist. beteekenis zijn zijn gedenkschriften: Van Christen tot Anarchist (1910), welk werk natuurlijk slechts met veel omzichtigheid geraadpleegd kan worden. Verberne.