Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Diemen

betekenis & definitie

Gem. in de prov. N.

Holland, groot 1 187 ha, aan de tramlijn Amsterdam—het Gooi; Westelijk grenzende aan de hoofdstad, daardoor snel groeiend in zielental. Ook de groote verkeersweg van Amsterdam naar het O. en N. van het land gaat door deze gem.

Ca. 5100 inw., waarvan ca. 1800 Katholiek, 2 000 Protestant en 800 onkerkelijk. Veeteelt op den laagveengrond (1 046 ha); industrie; een groot deel der bevolking is forens.

De naam D. wordt ook voor het dorp Diemerbrug gebruikt, dat tot de gem. D. behoort.

In de gem. is eveneens een water van denzelfden naam. De Katholieken vormen een eigen parochie.

Er is nogal watertoerisme. van der Meer Anthony van Diemen Gouverneur-generaal in Indië van 1636 tot 1645; * 1593 te Culemborg, ✝ 1645 te Batavia. Onder zijn bestuur vallen de ontdekking van een groot deel van Australië en de verovering van Malaka op de Portugeezen (1641). Berg